Kies uw taal op basis van uw locatie
 
Luxemburg
14, boulevard Royal – L-2449 Luxembourg
 
Maandag tot vrijdag
08:30 u. tot 17.00 u.
 
Vlaanderen
Kortrijksesteenweg 218, 9830 Sint-Martens-Latem
Brussel
Terhulpsesteenweg 120, 1000 Brussel
 
Maandag tot vrijdag
08:30 u. tot 16:30 u.
Media

Voorkeur voor kwaliteitsondernemingen

Hoewel de financiële markten flirten met historische records, gelooft bestuurder-directeur van BLI - Banque de Luxembourg Investments Guy Wagner dat de ondernemingen waarin we vertrouwen hebben, positieve vooruitzichten hebben voor de periode.

De volledige podcast (in het Frans)

Meneer Wagner, het eerste semester van 2021 is voorbij. Alle indicatoren staan in het groen en de groeivooruitzichten voor de wereldeconomie blijven erg gunstig. Moeten we daar blij om zijn?

Over het algemeen wel. Iedereen hunkert naar groei. Het jaar 2020 was eerder negatief, en we weten allemaal waarom. De opvering die dit jaar werd verwacht, lijkt momenteel ook plaats te vinden. Dat is eerder positief.

De historisch lage rentevoeten dragen bij aan die economische opleving, aangezien landen behoorlijk goedkoop kunnen lenen. Zullen ze nog lang laag blijven? 

Een rentestijging lijkt niet erg waarschijnlijk. De kortetermijnrente wordt beheerd door de centrale banken, die al min of meer hebben aangekondigd ze in de nabije toekomst niet te willen verhogen. De langetermijnrente is in theorie afhankelijk van de obligatiemarkten, maar ook hier krijgen de centrale banken steeds meer invloed en hebben we niet het gevoel dat er opwaartse druk is. Op dat vlak verwachten we dus weinig beweging.

Ook op de financiële markten staan de indicatoren in het groen en wordt er soms met recordcijfers geflirt. Betekent dat ook automatisch dat we op korte termijn een ombuiging van de tendens moeten verwachten?

Niet noodzakelijk. Het is niet omdat de markten op historisch hoge niveaus staan dat de trend hoe dan ook zal ombuigen. Op dit moment plukken de markten de vruchten van nagenoeg ideale omstandigheden: de opleving van de markt, een groei die versnelt en lage rentevoeten. Een trendbreuk is slechts waarschijnlijk als de groei uiteindelijk beperkter uitvalt dan verwacht, of als de rentevoeten vroeger stijgen dan verwacht.

Zijn dat twee aannemelijke scenario's? 

We hebben reeds gemerkt dat het rentescenario in principe niet van toepassing is. De groei is uiteraard vatbaar voor een nieuwe coronagolf met andere varianten van het virus, wat zou kunnen leiden tot een nieuwe economische lockdown.

Beleggers kijken vooral naar de inflatiecijfers, die de laatste tijd eerder lijken te stijgen. Moeten we ons zorgen maken over die tendens?

Dat is momenteel het grote vraagstuk: bevinden we ons in een nieuwe prijsomgeving waarin de inflatie aanhoudend hoger zal liggen, of gaat het om een tijdelijk verschijnsel? Enerzijds lijkt de Amerikaanse Federal Reserve uit te gaan van het tweede scenario. De inflatie bedraagt momenteel meer dan 5% in de Verenigde Staten, maar de Fed gaat uit van een daling.Anderzijds denken sommigen dat die rentevoet langdurig op hogere niveaus zal blijven, en ook dat is best mogelijk.

Hoe zijn de vooruitzichten voor de financiële markten in de tweede jaarhelft? In de huidige situatie lijken ze eerder gunstig, niet?

In principe wel, maar heel wat goed nieuws is reeds opgenomen in de koersen: de markten leunen aan tegen hun hoogste niveaus ooit, wat wordt weerspiegeld in de waarderingen. Het blijft dan ook mogelijk dat een of ander nieuwtje de markten zorgen begint te baren, wat kan leiden tot correcties. Dat zou nog niet zo slecht zijn.

Welke beleggingscategorieën zijn momenteel het aantrekkelijkst?

Wij blijven ons richten op aandelen van kwaliteitsbedrijven met concurrentievoordelen die niet overgewaardeerd zijn. Dat is ook waarom we geen waarde hechten aan het eeuwige debat tussen waarde- en groeiaandelen. Bij waardeaandelen doelt men gewoonlijk op grondstoffenondernemingen, cyclische bedrijven of financiële waarden: allemaal sectoren waarin wij doorgaans niet beleggen. Voor ons komt een aandeel kopen eigenlijk neer op een belang nemen in een onderneming. Daarbij moeten we dus op lange termijn denken en goede ondernemingen uitkiezen waarin we vertrouwen hebben gedurende de periode.

Wat met obligaties?

Vandaag de dag leiden obligaties nagenoeg altijd tot verlies. Dat geldt des te meer als we het hebben over kwaliteitsobligaties, zoals staatspapier. Ofwel stijgt de rente en lijden we verlies op de koers; ofwel stijgt de rente niet, maar is er een aanzienlijke kans dat de inflatie toeneemt en de koopkracht van die obligaties geleidelijk aan uitholt.

En wat met goud, dat de laatste tijd nogal schommelt in waarde?

We zijn van mening dat beleggen in goud altijd steek houdt in een evenwichtige portefeuille. De goudprijs heeft gewoonlijk een zeer sterke correlatie met de rente, met name de voor inflatie gecorrigeerde reële rente. Op dit moment is de reële rente negatief en ze zal dat nog een tijdje blijven. Dat is dus mooi voor goud. Ook vraag en aanbod spelen een rol: de goudbedrijven hebben de voorbije jaren weinig geïnvesteerd in prospectie. Op korte termijn zal het aanbod dus niet groeien, wat opnieuw positief is voor deze effecten.