Vermogensoverdracht: welke successieregels in acht nemen?

Zijn naasten tegen de perikelen van het leven beschermen betekent onder meer anticiperen op de vermogensoverdracht. Om eventuele conflicten tussen erfgenamen te voorkomen en een vreedzame en duurzame vermogensoverdracht te verzekeren moet men zich aan enkele successieregels houden.

Wie legt deze regels vast?

De regels voor de verdeling van een vermogen onder de erfgenamen van de overledene worden bepaald in het Burgerlijk Wetboek. Deze voorschriften zijn dezelfde voor een ondernemings- als voor een gezinsvermogen.

Wie erven er?

Traditioneel erven de erfgenamen in rechte lijn (in principe de bloedverwanten in neergaande lijn, dat wil zeggen de kinderen) en de overlevende echtgeno(o)t(e). Bij kinderloze paren is de overlevende echtgeno(o)t(e) in principe de enige erfgenaam. Nalatenschappen zonder echtgeno(o)t(e) of kind vallen doorgaans de ouders (bloedverwanten in opgaande lijn), broers en zusters, neven en nichten (bloedverwanten in de zijlijn) van de overledene toe.

Regels waaraan niet te tornen valt?

Er kan van deze voorschriften worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer er een testament opgesteld is. In dat geval kan men ermee volstaan de regels betreffende het wettelijk erfdeel na te leven. De nakomelingen (in Luxemburgs recht de "reservataire" erfgenamen) moeten bij de erfopvolging van hun ouders een wettelijk bepaald minimaal erfdeel verkrijgen dat afhangt van het aantal kinderen in de successie. Dit erfdeel wordt gelijk onder alle kinderen van de overledene verdeeld.

En hoe zit het met de successierechten?

Fiscaal gesproken is volgens het Burgerlijk Wetboek alleen de erfopvolging in rechte lijn en, met of zonder gemeenschappelijke kinderen, door de overlevende echtgeno(o)t(e), vrijgesteld van successierechten. Alle andere gevallen zijn in principe belastbaar.

Wordt er juridische en fiscale begeleiding gegeven?

Onze deskundigen op het gebied van vermogens-engineering zijn gespecialiseerd in Luxemburgs en internationaal recht. Zij staan u bij in de kwesties die uw particulier vermogen en bedrijfsvermogen betreffen en wijzen u op de financiële, fiscale en vermogensrechtelijke gevolgen van uw beslissingen.