Kies uw taal op basis van uw locatie
 
Luxemburg
14, boulevard Royal – L-2449 Luxembourg
 
Maandag tot vrijdag
08:30 u. tot 17.00 u.
 
Vlaanderen
Kortrijksesteenweg 218, 9830 Sint-Martens-Latem
Brussel
Terhulpsesteenweg 120, 1000 Brussel
 
Maandag tot vrijdag
08:30 u. tot 16:30 u.
Media

Wat na 2020?

2020 zal ongetwijfeld de geschiedenisboeken halen. De dramatische gezondheidscrisis heeft wereldwijd al meer dan 1,5 miljoen mensenlevens geëist en ieders leven danig overhoopgehaald. Wat heeft het komende jaar in petto?

Damien Petit, hoofd Private Banking Investments bij Banque de Luxembourg, blikt vooruit in een analyse die is verschenen in het Luxemburgse maandblad L’Agefi van december.

Op economisch gebied heeft de pandemie het aanbod een ongeziene klap toegebracht. De zeer strenge quarantainemaatregelen die in de lente werden opgelegd, eerst in Azië en vervolgens in Europa en de Verenigde Staten, deden de economische activiteit instorten. Mensen moesten thuisblijven, wat zware gevolgen had voor de dienstensector, die traditioneel beter standhoudt tijdens recessies.

Ongeziene overheidsmaatregelen

De monetaire en politieke overheden trokken alle registers open en namen ongeziene maatregelen, waardoor de balans van de centrale banken in de ontwikkelde landen fors groeide en de overheidstekorten hoog opliepen. Na de opheffing van de quarantainemaatregelen hebben hun grootschalige steunmaatregelen in het derde kwartaal tot een stevig economisch herstel geleid. De tweede golf van de epidemie heeft landen echter gedwongen om de bewegingsvrijheid van de bevolking opnieuw te beperken, vooral in Europa, waar de economische activiteit in de laatste drie maanden van het jaar opnieuw zal dalen.

Als eventuele nieuwe broeihaarden van het coronavirus onder controle kunnen worden gehouden en er in 2021 geleidelijk aan doeltreffende vaccins beschikbaar worden, zullen de diverse economische actoren weer meer vertrouwen krijgen, waardoor de economie de komende kwartalen weer kan opveren.

Als eventuele nieuwe broeihaarden van het coronavirus onder controle kunnen worden gehouden en er in 2021 geleidelijk aan doeltreffende vaccins beschikbaar worden, zullen de diverse economische actoren weer meer vertrouwen krijgen, waardoor de economie de komende kwartalen weer kan opveren.

Voorzichtigheid is geboden

Indien de stimuli niet worden verlengd, kan het herstel echter op losse schroeven komen te staan. In de Verenigde staten hebben de steunmaatregelen tijdens de eerste golf van de pandemie namelijk het gezinskomen een duw in de rug gegeven, maar veel van die maatregelen zijn intussen vervallen. Als ze niet worden verlengd, kan dat een rem zetten op de consumptie, de voornaamste groeimotor van de Amerikaanse economie, aangezien de arbeidsmarkt nog altijd herstellende is. Voorlopig werd namelijk nog maar iets meer dan de helft van het banenverlies uit maart en april goedgemaakt, en het hersteltempo van de werkgelegenheid is in de laatste maanden flink vertraagd.

De gezondheidscrisis heeft bovendien een aantal structurele onevenwichten versterkt, vooral op het gebied van schulden. De explosie van de schuldgraad doet overheden naar de gemakkelijkste oplossing grijpen: de centrale banken moeten de overheidstekorten maar zien te financieren. Die gevaarlijke verstrengeling van het monetaire en het begrotingsbeleid beperkt de kans op een steile renteklim. Dat de rentevoeten kunstmatig laag worden gehouden, heeft echter verschillende negatieve gevolgen. Zo ontlopen overheden hun verantwoordelijkheid, komt de rendabiliteit van de financiële sector onder druk, neemt de sociale ongelijkheid toe, investeren rendabele bedrijven minder in hun productiecapaciteit en raakt het groeipotentieel duurzaam verzwakt.

Vooruitzichten voor beleggers

Het lagerentebeleid heeft ook gevolgen voor beleggers, vooral defensieve beleggers.

De voorzichtigste beleggers zien hun koopkracht nu al jaren structureel dalen, wat langzaam maar zeker tot verarming leidt. De rente op geldmarktinstrumenten staat op nul of is zelfs negatief, waardoor ze de nochtans lage inflatie niet dekt. Spaargeld verliest daardoor systematisch aan waarde. Eersterangs staatsobligaties zijn ook al niet interessant meer voor privébeleggers. De rente op staatsobligaties van de financieel gezondste landen heeft zich namelijk duurzaam onder nul genesteld. In Duitsland is de rente zelfs negatief voor looptijden tot dertig jaar! Het risico van zulke beleggingen is dan ook bijzonder asymmetrisch geworden. Enerzijds is het rendement op de eindvervaldag negatief, wat betekent dat obligatiebeleggers de Duitse staat betalen om hem geld te mogen lenen, en anderzijds is het risico op minwaarden aanzienlijk als de rente opveert in de periode waarin ze de obligaties in hun bezit hebben. Bovendien lijkt de beschermende rol van eersterangs staatsobligaties in een gediversifieerde portefeuille nagenoeg verleden tijd, gezien het beperkte stijgingspotentieel van dergelijke obligaties.

Dynamischere beleggers die ook in bedrijfsobligaties beleggen, moeten genoegen nemen met erg lage risicopremies. De verleiding kan dan groot zijn om te beleggen in hoogrentende obligaties om een hoger rendement te behalen, maar in geval van wanbetaling dreigt dan definitief kapitaalverlies. Voor zover hun risicotolerantie en -capaciteit dat toelaten, kunnen beleggers hun pijlen beter op aandelen richten. Gezien de constante stijging van de markten in de afgelopen jaren, stellen beleggers zich echter vragen bij de waardering van de aandelenmarkten en de timing van hun beleggingen. In absolute cijfers lijken de waarderingen van aandelen momenteel aan de hoge kant, waardoor het langetermijnrendement van de beleggingscategorie hoogstwaarschijnlijk lager zal uitvallen dan in de laatste tien jaar. Relatief gezien, blijven de risicopremies (maatstaf voor de relatieve waardering van aandelen ten opzichte van obligaties) op aandelen echter zeer interessant.

In absolute cijfers lijken de waarderingen van aandelen momenteel aan de hoge kant, waardoor het langetermijnrendement van de beleggingscategorie hoogstwaarschijnlijk lager zal uitvallen dan in de laatste tien jaar.

Markttiming werkt niet

Beleggers kunnen zich beter niet het hoofd breken over de timing van hun beleggingen. Het geheel of gedeeltelijk uit of in de markt stappen om te anticiperen op de reactie van de markt op bepaalde gebeurtenissen (van politieke en andere aard), is een aanpak die structureel waarde vernietigt.

We illustreren dat met een voorbeeld: heel wat waarnemers dachten dat de markten negatief zouden reageren als de Amerikaanse verkiezingsresultaten erg dicht bij elkaar lagen. Daar is niets van in huis gekomen. De blauwe golf bleef uit (wie de meerderheid in de Senaat behaalt, zal pas in januari duidelijk worden, na een tweede ronde in Georgia), waardoor de kans op radicale fiscale maatregelen, die nefast zouden kunnen zijn geweest voor de aandelenmarkten, vrijwel onbestaande is. Daarnaast kregen de aandelenmarkten in november ook vleugels door het goede nieuws over de doeltreffendheid van de kandidaat-vaccins van Pfizer en Moderna tegen het coronavirus. Wie in oktober uit de markt was gestapt uit vrees voor de Amerikaanse verkiezingen heeft dus de beste novembermaand ooit voor de wereldwijde aandelenmarkt aan zich voorbij laten gaan!

Aandelenbeleggers stellen zich natuurlijk bloot aan de schommelingen die eigen zijn aan de beleggingscategorie. Ze kunnen echter het risico op definitief kapitaalverlies fors terugdringen door zich uitsluitend op kwaliteitsbedrijven te concentreren. Zulke bedrijven hebben duurzame concurrentievoordelen, een gezonde balans en een hoog prijsstellingsvermogen. Dergelijke aandelen houden de koopkracht van beleggers op lange termijn op peil dankzij de regelmatige uitkering van dividenden.

“Kwaliteitsbedrijven hebben duurzame concurrentievoordelen, een gezonde balans en een hoog prijsstellingsvermogen.”

We kunnen besluiten dat de economie in 2021 wellicht zal herleven, ondanks de alsmaar grotere structurele onevenwichten. Het ultrasoepele monetaire beleid, dat de met zware schulden beladen overheden helpt, zal de rentevoeten uitzonderlijk laag houden, wat een grote domper zet op de rendementsvooruitzichten van defensieve beleggers. Van de traditionele beleggingscategorieën bieden alleen aandelen een behoorlijke rendementsverwachting op lange termijn.

Artikel opgesteld voor de editie van december 2020 van L’Agefi, een Luxemburgs financieel maandblad.

Damien Petit, hoofd Private Banking Investments bij Banque de Luxembourg